Ik reed er vaak langs. Een oud statig pand met grote ruiten waarachter ik, in het voorbijrijden, wat oude spullen kon zien. Er waren nooit mensen in de winkel en de winkel was ook bijna nooit open. Op een dag kwam ik erlangs en ik zag licht branden. Ik was alleen en voor ik het wist stond ik op de parkeerplaats en liep naar de voordeur van het pand. Ik opende de deur en een belletje begon te rinkelen, maar ik zag niemand. Het rook er muf en naar sigaren. Ik ging maar een beetje rondkijken en schrok omdat ik opeens een oud mannetje in de winkel zag staan met een sigaar in zijn mond. Hij was net als de spullen om hem heen, oud en stoffig. Ik mocht rondkijken. WoW, ik was blij verrast wat een bijzondere spullen stonden daar! Er hing een magische, sprookjesachtige sfeer. Ik was in een andere wereld terecht gekomen. Het verkeerde raasde voorbij maar hier stond de wereld stil, ik was onder de indruk, de krakende vloer, de as van de sigaar van de oude man die ik in op mijn ronde tegenkwam in